Stint mag de weg weer op
17-04-2019
De Tweede Kamer gaat akkoord met de aanpassingen die minister Van Nieuwenhuizen voorstelt voor de stint. Dat betekent dat de stint voor het volgende schooljaar weer de weg op kan.
Minister van Infrastructuur Cora van Nieuwenhuizen gaat in overleg met de branche over een convenant waarin afspraken worden vastgelegd. Deze gaan over een verplichte training en rijvaardigheidstoets met de stint, verkeerskennis en veilige routes. Aangepaste wetgeving duurt te lang, maar zo’n convenant geldt tot er wetgeving is. Nog voor de start van komend schooljaar moet zo’n convenant worden opgesteld.
Toch 10 zitplekken
Goed nieuws voor de sector is dat de minister bereid is om de acht zitplekken te heroverwegen en toch tien plekken in de stint te creëren. Dit is een uitdrukkelijke wens van de sector omdat er dan geen extra personeelsinzet nodig is om kinderen te vervoeren. Van Nieuwenhuizen stelde eerder maximaal acht zitplekken voor omdat ze daarbij aansloot bij Europese wet- en regelgeving die zegt dat je met rijbewijs B maximaal acht kinderen mag vervoeren. Voor meer personen heb je officieel rijbewijs D nodig.
Afdwingbare regels
Nu legt ze uit dat ze openstaat voor tien zitplekken. Maar dan moeten er wel strikte afspraken worden gemaakt over veiligheid en het moet iets afdwingbaars zijn. Meer kinderen in een stint betekent immers meer risico. Ze wil dat het convenant dat ze opstelt in samenwerking met ouders en de sector dan ook echt ‘wat voorstelt’.
Zelfregulering
Bij de Brancheorganisatie Kinderopvang wordt tevreden gereageerd over de mogelijkheid om gezamenlijk tot een tijdelijk convenant te komen. Voorzitter Felix Rottenberg: ‘Iedereen wil kinderen veilig vervoeren en daarom ben ik blij dat we vanuit de praktijk van onze leden overtuigende voorbeelden konden aandragen. Dit convenant biedt de sector ruimte (en verantwoordelijkheid) tot zelfregulering. Het overbrugt de periode tot er een nieuw wettelijk kader voor bijzondere bromfietsen, waaronder de stint, is vastgelegd.’