Nieuw vaderschapsverlof is goed, maar kan nog beter

07-06-2018Vaders kijken uit naar het nieuwe vaderschapsverlof dat vanaf 2020 in moet gaan. Vaders krijgen dan naast de vijf vaderschapsverlofdagen vijf weken verlof die ze tegen 70 procent doorbetaling van hun loon op kunnen nemen. Maar nog liever zouden ze een ander model ingevoerd willen zien.

Vanaf 2020 komt er een verbeterd vaderschapsverlof in Nederland. Volgend jaar krijgen vaders in plaats van twee, vijf betaalde verlofdagen na de geboorte van hun kind. Vanaf 2020 moeten daar nog eens vijf weken bij komen die vaders, tegen betaling van 70 procent van het loon, binnen een half jaar na de geboorte van hun kind kunnen opnemen.

Nieuwe regeling
Zeker de helft van de mannen geeft in een onderzoek van Viking Blog aan dat ze van deze uitgebreide versie gebruik willen maken. Drie op de vier Nederlandse mannen en vrouwen zijn tevreden tot zeer tevreden over de nieuwe regeling. Viking Blog ondervroeg 1300 mannen en vrouwen over hun wensen met betrekking tot het vaderschapsverlof in Nederland.

Hechten
Mannen zouden vooral langer verlof willen hebben om goed te kunnen hechten met hun baby en om hun partner te kunnen ondersteunen (90 procent van de mannelijke respondenten vindt dit het belangrijkst.) Financiën spelen hierin een veel kleinere rol, 76 procent van de mannen vindt dit een belangrijke factor om de duur van het verlof op te baseren.

Lees het hele artikel hier op www.kinderopvangtotaal.nl.

Terug naar nieuwsoverzicht

Inspectierapport binnenkort samengevat voor ouders

11-03-2018
Vanaf 12 april 2018 kunnen ouders nog eenvoudiger en in één oogopslag zien wat de kwaliteit is van een kinderopvanglocatie. GGD GHOR Nederland moet vanaf die datum een samenvatting van het inspectierapport maken en dit delen met ouders.

Meer transparantie over de kwaliteit van een kinderopvanglocatie is een wens van meerdere partijen. Ouders lezen in de praktijk nauwelijks inspectierapporten van de locatie waar zij opvang van afnemen. Kinderopvangorganisaties zijn wel verplicht om ouders inzage te geven in de rapporten op de website en/of op de locatie.

Amsterdam
BOinK en de brancheorganisaties hebben zich gebogen over de opzet van de samenvatting van het inspectierapport en input gegeven die uiteindelijk heeft geleid tot een definitief ontwerp. Staatssecretaris van Sociale Zaken Tamara van Ark laat in de verzamelbrief kinderopvang weten dat ze de samenvattingen vanaf 12 april 2018 wil invoeren. Enige uitzondering is Amsterdam dat met een eigen ICT-systeem werkt waardoor aanpassingen meer tijd gaan kosten. Van Ark is in overleg omdat zij de samenvatting graag zo snel mogelijk in heel Nederland wil invoeren.

Lees het hele artikel hier op www.kinderopvangtotaal.nl.

Terug naar nieuwsoverzicht

Feestelijk & vol gezelligheid

31-12-2017
In deze laatste weken van het jaar zijn er volop gezellige activiteiten ondernomen bij Kindercentrum WereldKids. De locaties zijn versierd met kerstbomen (op BSO De Hildebrand zin zelfs houten kerstbomen gemaakt) en zelfgemaakte kerstversieringen. Ook werden er koekjes gebakken, spelletjes gespeeld en muziek gemaakt. Natuurlijk is er ook volop genoten van het winterse weer want er konden sneeuwpoppen worden gemaakt en sneeuwballen worden gegooid!

Terug naar nieuwsoverzicht

Wet IKK: Wat verandert er per 1 januari 2018?

13-12-2017 – Bron: www.kinderopvangtotaal.nl
De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) moet de kwaliteit in de kinderopvang verbeteren. De meeste kwaliteitsmaatregelen gaan in per 1 januari 2018. Voor sommige maatregelen is uitstel verleend. Wat gaat er wél veranderen per 1 januari 2018?

Pijler: De ontwikkeling van het kind staat centraal
Maatregel: Concretisering pedagogische doelen in pedagogisch beleid
In de wet zijn de vier pedagogische doelen van Riksen-Walrave opgenomen als definitie van ‘verantwoorde kinderopvang’. Die pedagogische doelen zijn: het bieden van emotionele veiligheid; het bevorderen van de persoonlijke competentie; het bevorderen van de sociale competentie; de socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden. Deze doelen worden in het pedagogisch beleidsplan concreet uitgewerkt en zijn zichtbaar in de praktijk.

Maatregel: Elk kind een mentor
Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders (en in de BSO ook voor het kind).

Maatregel: Structureel volgen ontwikkeling
Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten. Een kindvolgsysteem is niet verplicht, wel een planmatig volgen en registreren.

Pijler: Veiligheid en gezondheid
Maatregel: Actueel beleid veiligheid en gezondheid
In het beleid worden grote risico’s onderkend en worden maatregelen getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.

Maatregel: Kinder-EHBO
Op iedere kinderopvanglocatie moet tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig zijn die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

Pijler: Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk
Maatregel: Maximaal twee vaste gezichten voor 0-jarigen
Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.

Maatregel: Maximaal drie uur per dag afwijken van BKR
Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch werkplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR. Deze kunt u opvragen bij de locatiemanager.

Maatregel: Inzet anders gekwalificeerden in de BSO
Er wordt een verruiming beoogd van de kwalificaties waarmee je in de BSO kunt werken als pedagogisch medewerker. Dat betekent dat de lijst in de Cao (mogelijk) wordt uitgebreid.

Pijler: Kinderopvang is een vak
Maatregel: Niveau 3F voor spreekvaardigheid
Pedagogisch medewerkers moeten beschikken over niveau 3F voor spreekvaardigheid. Voor de invoering wordt een ruime ingroeiperiode gehanteerd.

Maatregel: Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen
Het werken met baby’s vraagt om specifieke expertise. Pedagogisch medewerkers die met baby’s werken, moeten hiervoor aanvullende scholing krijgen.

Maatregel: Taaleisen meertalige opvang
Ook aan het taalniveau van niet-Nederlands sprekende pedagogisch medewerkers in de meertalige opvang (Engels, Frans, Duits) worden eisen gesteld. Dit wordt uitgewerkt in de Ministeriële regeling.

Maatregel: Geen formatieve inzet vrijwilligers
Vrijwilligers mogen niet langer formatief worden ingezet. Ze tellen dus niet mee in de berekening voor de BKR.

Maatregel: Opleidingsplan
In het opleidingsplan moet worden beschreven hoe wordt ingezet op de ontwikkeling en kennisverbreding van pedagogisch medewerkers, en hoe dit wordt geconcretiseerd in de praktijk.

Maatregel: Beperkte formatieve inzet BBL’ers en stagiaires
Bij formatieve inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers / BOL-stagiaires) wordt rekening gehouden met de opleidingsfase. De Ministeriële regeling zal (waarschijnlijk) naar de Cao verwijzen om dit verder uit te werken, maar wel als restrictie stellen dat maximaal 33% van de formatief benodigde inzet uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.

Maatregel: Permanente educatie
Om de ontwikkeling van pedagogisch medewerkers te stimuleren, wordt gestreefd naar een landelijk systeem van permanente educatie. Deze maatregel uit het akkoord IKK is niet opgenomen in de AMvB of in de Ministeriële regeling. Het is belegd bij Cao-partijen.

Terug naar nieuwsoverzicht

De Week tegen Kindermishandeling 2017

20-11-2017
Minister Hugo de Jonge gaf vanochtend in Den Haag het startsein voor de Week tegen Kindermishandeling met het thema ‘Verbind voor het kind’. Professionals, organisaties en gemeenten organiseren samen bijeenkomsten en activiteiten om aandacht te vragen voor dit onderwerp.

‘Kindermishandeling is vreselijk. Voor tienduizenden kinderen in Nederland is het de dagelijkse realiteit. Kindermishandeling is, samen met andere vormen van huiselijk geweld, het grootste geweldsprobleem van onze samenleving. Het is onze plicht elke vorm van kindermishandeling en huiselijk geweld te stoppen. Voor mij als minister zal de aanpak ervan de komende jaren een absolute prioriteit zijn.’ Met deze woorden sprak minister Hugo de Jonge (VWS) vanmorgen in Theater Diligentia in Den Haag het publiek toe tijdens de start van de Week tegen Kindermishandeling die van 20 tot en met 26 november duurt.

Actieplan
In het bijzijn van kinderen, ervaringsdeskundigen en professionals gaf De Jonge aan kindermishandeling drastisch te willen terugdringen. In het voorjaar van 2018 komt hij daarom met een breed actieplan waarbij drie zaken belangrijk zijn: mishandeling voorkomen, eerder en beter in beeld brengen, en duurzaam oplossen. Minister De Jonge: ‘Het wordt een enorme opgave, maar ik denk dat we kindermishandeling effectiever kunnen aanpakken dan tot nu toe is gedaan. We kunnen van mensen niet vragen om kindermishandeling op te lossen, maar wel de mishandeling van één kind. Er is maar één iemand nodig om de cirkel van geweld te doorbreken. Elke Nederlander kan die ene zijn. Die ene leraar, die ene buurman, die ene huisarts. We mogen niet wegkijken’.

Het thema van dit jaar
Het thema van 2017 is ‘Verbind voor het kind’. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid in de aanpak van kindermishandeling. In de Week worden gemeenten, professionals, ervaringsdeskundigen en onderzoekers gestimuleerd om de krachten te bundelen en van elkaar te leren met als doel ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen veilig opgroeien.

In Nederland groeien ruim 118.000 kinderen op in onveilige gezinssituaties. Samen hebben we een belangrijke verantwoordelijkheid om de veiligheid van deze kinderen te vergroten. In de Week tegen Kindermishandeling wordt aandacht gegenereerd, niet alleen voor de aard en omvang van het probleem, maar ook voor wat we kunnen doen om de aanpak van kindermishandeling te versterken.

Terug naar nieuwsoverzicht